Programmaverantwoording 2019

Paragrafen

Paragraaf B. Weerstandsvermogen en risicobeheer

Stand ultimo

2016

2017

2018

2019

(bedragen x € 1.000)

Algemene reserve (vrij)

8.854

13.732

15.468

16.740

Risicoreserve grondbedrijf

84

1307

3.137

4.664

Weerstandscapaciteit

8.938

15.039

18.605

21.404

Streefwaarde weerstandscapaciteit

12.000

12.000

12.000

12.000

Tekort/overschot streefwaarde

-3.062

3.039

6.605

9.404

De weerstandscapaciteit neemt in 2019 toe met € 1,8 mln. Hierdoor wordt de in het risicobeleid als opgenomen minimale streefwaarde met € 8,4 mln. overschreden.

Hierna volgt een nadere specificatie en toelichting op de ontwikkeling van de afzonderlijke componenten.

Algemene reserve

Stand ultimo

2016

2017

2018

2019

(bedragen x € 1.000)

Algemene reserve administratief

15.596

15.886

18.159

20.389

Bruto resultaat

5.102

4.784

6.242

336

Resultaatbestemming/budgetoverheveling

-3.499

-127

-1743

-973

Raadsbesluiten w.o. MUIP

-8.345

-6.811

-7.190

-3.012

Algemene reserve (vrij)

8.854

13.732

15.468

16.740

De vrije algemene reserve neemt in 2019 toe met € 1,3 mln.

Risicoreserve grondbedrijf

Stand ultimo

2016

2017

2018

(Bedragen x € 1.000)

2019

Saldo per 1-1

0

84

1.307

3.137

Winstnemingen

387

2.094

2.099

1.477

Bijdragen

- grondbedrijf

-203

-871

-269

50

- frictiegelden Algemene Dienst

-100

0

0

0

Saldo per 31-12

84

1.307

3.137

4.664

De winstnemingen zijn het totaal aan winstnemingen van gronden in exploitatie én winst uit verkoop van restkavels (afgesloten exploitaties), in totaal € 1,5 mln. De belangrijkste betreffen de winsten uit restkavels ( € 0,6 mln.), de Blakt (€ 0,4 mln.), Ysselsteyn fase II (€ 0,2 mln.) en Aan den Heuvel deel A (€ 0,1 mln.)
De bijdragen aan grondbedrijf (projecten) betreft onder andere de afboeking van niet door te berekenen algemene kosten grondbedrijf (- € 0,3 mln.) en de bijdrage aan voorzieningen van verliesgevende exploitaties. Bij 2 verliesgevende projecten is de voorziening gedeeltelijk vrijgevallen (ten gunste van de reserve). Bij project Blitterswijck heeft dit te maken met een langere looptijd van het project, waardoor de verliesvoorziening te hoog was en over een langere periode weer moet worden aangevuld tot het verwacht tekort op eindwaarde. Project de Hulst II is bij deze jaarrekening afgesloten en het tekort op eindwaarde was lager dan de reeds opgebouwde verliesvoorziening, waardoor het verschil ten gunste van de risicoreserve grondbedrijf  gebracht. Per saldo leverden beiden een negatieve bijdrage van € 0,4 mln., waardoor de 'bijdragen grondbedrijf' geen onttrekking maar een aanvulling van de reserve van € 0,1 mln. is.

Deze pagina is gebouwd op 09/24/2020 09:46:57 met de export van 09/24/2020 09:37:05