In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is voorgeschreven dat gemeenten een basisset van vijf financiële kengetallen opnemen in de programmabegroting en programmaverantwoording. De kengetallen zijn afgeleiden van bestaande informatie en genereren geen ‘nieuwe’ informatie. De kengetallen moeten het de gemeenteraad gemakkelijker maken om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente en het vergelijken met andere gemeenten gemakkelijker maken. De financiële positie moet bekeken worden in het licht van de totale maatschappelijke opgave. De kengetallen drukken een verhouding uit die zichtbaar is op de balans en de jaarrekening.
Door het BBV is geen norm vastgesteld waarmee de uitkomsten van de vijf kengetallen vergeleken moeten worden. In de toelichting op de regeling is opgenomen dat deze beoordeling van de financiële positie is voorbehouden aan het horizontale controle- en verantwoordingsproces. Met andere woorden: gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de interpretatie van hun financiële positie. Een afzonderlijk kengetal zegt niet alles en moet altijd in relatie worden gezien en beoordeeld in samenhang met andere kengetallen. De hoogte van de schulden moet bijvoorbeeld in samenhang gezien worden met de hoogte van het eigen vermogen (ratio solvabiliteit) en de hoogte van de structurele baten (ratio structurele exploitatieruimte).
De uitkomsten van de kengetallen zijn daarnaast ook van belang voor de provinciale toezichthouder om zijn oordeel over de financiële positie van de gemeente op te baseren.
In onderstaand overzicht zijn de kengetallen voor Venray opgenomen. Tevens zijn ter vergelijking opgenomen de landelijke gemiddelden voor gemeenten met 20.000 – 50.000 inwoners. Deze percentages zijn afkomstig van de site ‘waar staat je gemeente’. Omdat de jaarrekeningcijfers 2019 nog niet bekend zijn betreffen dit de percentages gebaseerd op de begrotingen 2019. Daarnaast is een vergelijking gemaakt met de norm voor 100.000+ gemeenten. Voor gemeenten onder de 100.000 inwoners is geen algemeen geldende norm bekend.
Financiele kengetallen | Jaarrekening | Gemeenten 20.000 - 50.000 inwoners o.b.v. begroting 2019 | Rek. '19 tov 100.000+ gemeenten: categorie | 100.000+ gemeenten | |||||
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | ||||||
Netto schuldquote | 53% | 56% | 61% | 61% | 67% | A | Cat. A: < 90% | ||
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 42% | 45% | 47% | 48% | 60% | A | Cat. A: < 90% | ||
Solvabiliteitsratio | 26% | 27% | 30% | 30% | 32% | B | Cat. A: > 50% | ||
Structurele exploitatieruimte | 6% | 5% | 7% | 1% | 0% | A | Cat. A: > 0% | ||
Grondexploitatie | 9% | 7% | 6% | 0% | 15% | A | Cat. A: < 20% | ||
Belastingcapaciteit | 95% | 94% | 94% | 93% | 101% | A | Cat. A: < 95% |
- Netto schuldquote
Geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast (langlopend en kortlopend) van de gemeente ten opzichte van het totaal van de inkomsten (exclusief mutatie reserves). De hoogte van de inkomsten bepaalt namelijk in belangrijke mate hoeveel schulden een gemeente kan dragen. Een schuldquote tussen 0% en 100% wordt als gangbaar beschouwd. Voor een gemeente geldt als indicatie voor een zeer hoge schuld indien deze schuldquote boven de 130% uitkomt. Dus hoe lager het percentage hoe beter.
De netto schuldquote van 61% bevindt zich onder het gemiddelde van de Nederlandse gemeenten in de grootteklasse 20.000 – 50.000 inwoners (gebaseerd op begroting 2019). Ten opzichte van de 100.000+ gemeenten is categorie A van toepassing en ruim binnen de bandbreedte die als gangbaar wordt beschouwd. De netto schuldpositie kan dan ook als goed worden beschouwd.
Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Of dat het geval is valt niet direct af te leiden uit de netto schuldquote zelf, maar hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. In dat geval hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).
- Netto schuldquote, gecorrigeerd met verstrekte leningen
In dit onderdeel worden de doorgeleende leningen in mindering gebracht op de totale leningen.
De netto schuldquote exclusief de doorgeleende leningen ligt op 48% en is vanzelfsprekend lager dan de hiervoor gepresenteerde netto schuldquote. De netto schuldquote exclusief de doorgeleende leningen is dan ook goed te noemen. Deze ligt ook ruim onder de signaleringswaarde van 130%.
- Solvabiliteit
Geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen (weerbaarheid). De solvabiliteitsratio is het eigen vermogen als percentage van het totale balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves). Gangbaar is dat de ratio van een gemeente zich tussen 20% en 70% bevindt. Hoe hoger de ratio hoe beter de weerbaarheid van de gemeente is.
De solvabiliteitsratio van 30% is nagenoeg gelijk aan het gemiddelde van de Nederlandse gemeenten in de grootteklasse 20.000 – 50.000 inwoners (gebaseerd op begroting 2019) en categorie B volgens de indeling van de 100.000+ gemeenten. Een indeling in categorie A is ook zeer goed te noemen. De ratio voor gemeenten met grootteklasse 50.000 – 100.000 is 27% (basis de jaarrekeningen 2018) en voor gemeenten 100.000 – 300.000 is 28% (basis de jaarrekeningen 2018). Venray heeft dus een vergelijkbare ratio.
Door uw raad is bepaald dat onze weerstandsratio minimaal 1 moet zijn en de minimumgrens van de weerstandscapaciteit € 12 mln. is. Uit de voorliggende paragraaf (onderdeel weerstands-vermogen) blijkt dat onze weerstandsratio voor 2019 op 4,60 ligt en onze weerstandscapaciteit op € 21,4 mln.. Dit betekent dat de geïnventariseerde risico’s meer dan voldoende zijn afgedekt en dat de weerstandscapaciteit ruim boven de minimumgrens ligt.
- Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte is om de structurele lasten te kunnen dragen. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Hoe hoger het kengetal hoe beter.
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.
De structurele exploitatieruimte van 1% bevindt zich boven aan het gemiddelde van de Nederlandse gemeenten in de grootteklasse 20.000 – 50.000 inwoners (gebaseerd op begroting 2019) en in categorie A volgens de indeling van de 100.000+ gemeenten.
- Grondexploitatie.
Geeft weer hoe de waarde van de grond (grondpositie) zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten (exclusief mutatie reserves). Voor de berekening van dit kengetal worden de bouwgronden in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale (geraamde) baten.
Het kengetal grondexploitatie 0% (afgerond) van Venray bevindt zich ruim onder het gemiddelde van de Nederlandse gemeenten in de grootteklasse 20.000 – 50.000 inwoners (gebaseerd op begroting 2019) en in categorie A volgens de indeling van de 100.000+ gemeenten. De grondpositie vormt dan ook een verwaarloosbaar deel van de totale baten. Bij gemeenten waar dit verhoudingspercentage fors hoger is, kan dit duiden op een forse grondvoorraad waarover de gemeente een risico kan lopen.
In 2019 is de waarde van bouwgronden in exploitatie ten opzichte van 2018 afgenomen van 6,8 mln. naar 0,4 mln. Deze verlaging wordt met name veroorzaakt door de grondverkopen (verlaging van de boekwaarden) in de projecten: Aan den Heuvel, ’t Brukske en de Blakt. Daarnaast is bij de jaarrekening 2019 de grondexploitatie de Hulst II afgesloten waardoor er geen boekwaarde meer resteert voor dit project, deze had begin 2019 nog een boekwaarde van 0,8 mln. Zie voor een diepgaande inzicht in de grondexploitaties de paragraaf grondbeleid.
- Belastingcapaciteit.
Geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente Venray zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Uitgangspunt zijn de woonlasten meerpersoonshuishouden van het voorafgaande jaar.
De uitkomst van het kengetal belastingcapaciteit van 93% bevindt zich onder het gemiddelde van de Nederlandse gemeenten in de grootteklasse 20.000 – 50.000 inwoners (gebaseerd op begroting 2019) en in categorie A volgens de indeling van de 100.000+ gemeenten. Gebaseerd op deze ratio betekent dit dat Venray, indien geconfronteerd met grote financiële tegenvallers, de ruimte heeft om de belastingen te verhogen.
Conclusie financiële kengetallen
Ten opzichte van het gemiddelde van de Nederlandse gemeenten in de grootteklasse 20.000 – 50.000 inwoners (gebaseerd op begroting 2019) en de categorie indeling van de 100.000+ gemeenten is sprake van goede waarden van Venray. Met betrekking tot de solvabiliteitsratio is sprake van een indeling in categorie B maar onze ratio is vergelijkbaar met het gemiddelde van de Nederlandse gemeenten in diverse grootteklassen. In 2019 is sprake van een stabilisatie van de solvabiliteitsratio. De weerstandscapaciteit is goed te noemen en ligt ook ruim boven de door uw raad gestelde minimumwaarden.
De uitkomsten van de financiële kengetallen zijn dan ook goed te noemen.